Een nieuwe lente
Bron: LaLibre.be
Na 22 maart stonden we allemaal op met een kater. Een kater door het kluwen van emoties die door ons hoofd bleven spoken.
Enorm verdriet voor de slachtoffers, voor de overlevenden, voor de afschuwelijke terreur, voor wat wij aan onze kinderen nalaten: de zorgeloze tijd die voorbij is. Het verdriet verdringt alles, maar zet ons ook aan om onze verwanten en vrienden die het meest betrokken waren een hart onder de riem te steken.
Diepe teleurstelling om de houding van enkele politici – gelukkig niet allemaal – die van deze tragedie gebruik maakten om zich te profileren of stemmen te winnen.
Woede om de zinloosheid van de daden, woede om de verwaandheid van zij die een maximum aan onschuldigen willen vermoorden, woede om misdaden die ons verstand te boven gaan.
Onmacht omdat we niet beter weten dan onze wonden te likken, onze angsten proberen te overwinnen en zoeken naar een nieuwe houvast, want niets is nog als voorheen.
Teleurstelling omdat de oorzaken van de problemen niet worden aangepakt: te vroeg om te oordelen, zal je zeggen. Ik hoop dat je gelijk hebt, maar grote systemen in vraag stellen is geen kleintje, en niet alleen in België.
Verontwaardiging dat de jongeren die zich opbliezen moslims zijn, Marokkanen plus vijftig andere etiketten die ze – vaak met een negatieve lading – opgeplakt krijgen en die willen aantonen dat ze geen deel uitmaakten van onze maatschappij. Fout: deze jongeren zijn Belgen, ze zijn hier geboren, ze maken deel uit van onze maatschappij zoals alle andere Belgen, met hun verschillende achtergronden, met hun noden en specifieke problemen. We kunnen niet anders dan stilstaan bij de blijvende paradox die wordt uitgestuurd vanuit de Belgische maatschappij: langs de ene kant zetten we die jongeren aan om burger te worden, om met hun talenten meer deel te nemen aan deze maatschappij, drijvende krachten te worden; langs de andere kant werven we ze niet aan, vertrouwen we ze niet, discrimineren we ze omdat ze niet Jan of Piet heten. De verantwoordelijkheid ligt niet alleen bij ons maar ze ligt ook bij ons.
En toch betekent het woord «crisis» ook «opportuniteit»: wie weet ontstaan er nieuwe communicatiekanalen voor de mensen die tot vandaag te discreet waren of waar we niet naar wilden luisteren? Misschien kunnen we de realiteit binnenkort niet meer uit de weg gaan en moeten we een nieuwe manier van samenleven bedenken? Misschien vormen de solidariteitsgolf en de banden die er nu gesmeed worden op deze pijnlijke momenten de basis voor iets nieuws?
Waarschijnlijk kan het Samen Leven en Samen Doen tot iets nieuws leiden. Waarschijnlijk zullen we dankzij de technieken om vooroordelen te ontkrachten, die wij voortdurend promoten, onze angsten overwinnen en de verandering durven aangaan.
Aan deze hoop kunnen we ons vastklampen, daarin kunnen we onze energie steken als burger, lid van een team of vereniging.
Miguel de Clerck