Radicalisering: een keuze?
In ‘le Figaro’ van 2 februari las ik in een indrukwekkend artikel over radicalisering. Impressionnant. Doorheen de wanhopige oproepen van families die de radicalisering in hun naaste omgeving aankloegen verschenen portretten van jongeren, mannen en vrouwen die, doordat ze geen plaats, liefde of bestaansreden vonden in deze maatschappij, hun ogen richtten op de fata morgana in Syrië en IS om martelaren van geweld te worden. De verantwoordelijkheid voor deze radicalisering werd in het artikel hoofdzakelijk gelegd bij het individu dat beslist om te radicaliseren. Het is toch een keuze, niet?
Een van de portretten wekte bij mij een een zeer sterke afwijzing. Hoe kan je in godsnaam communiceren met iemand die alleen denkt aan moorden en geweld? Zijn verhaal loopt waarschijnlijk toch bloederig af en persoonlijk kan ik daar niet rouwig om zijn.
De complexiteit van het hele proces komt niet aan bod in dit artikel. In een recente conferentie legde Brigitte Maréchal, directrice van het Centre interdisciplinaire d’études de l’Islam dans le monde contemporain (Cismoc) in Louvain-La-Neuve, een merkwaardig kenmerk bloot van het parcours van radicaliserende mensen. Neem nu, vertelde ze, twee jongeren uit dezelfde buurt, met dezelfde socio-economische achtergrond, bezoekers van dezelfde moskee, dezelfde school met dezelfde discriminaties, dezelfde vriendenkring. De één gaat radicaliseren, de ander niet. Hoe wordt dit bepaald? Door de persoonlijke geschiedenis, door een op de klippen gelopen relatie, door een afwijzing in de kindertijd? Dat kan niemand met zekerheid zeggen. We weten ook weinig over de triggers voor radicalisering: televisie, internet, Syrië, IS. Op die externe factoren hebben we bitter weinig greep.
Benoit Galand publiceerde een studie over de vorming van gewelddadige gedachten bij jongeren van Noord-Afrikaanse afkomst en de elementen waar we wel greep op kunnen hebben. Ze wijst op de verantwoordelijkheid van de maatschappij voor de discriminatie die jongeren van maghrebijnse origine dagelijks ondergaan. Die discriminatie is de voedingsbodem waarop moet gewerkt worden om te vermijden dat het gevoel van onrecht nog toeneemt en de woede die op een dag kan leiden tot gewelddadige acties.
PIERRE BIÉLANDE
Lees het artikel van le Figaro
Lees de studie van Benoit Galand
[i] L’impact de la discrimination perçue et de l’intégration scolaire sur l’adoption de croyances favorables à l’usage de la violence physique : Une étude exploratoire. Galand, B. & Dupont, E. Cahiers Internationaux de Psychologie Sociale.