De bevindingen die we in de volgende artikels voorstellen zijn het resultaat van een kwalitatieve enquête uitgevoerd bij 74 Belgische ngo’s. De gegevens werden verzameld tussen augustus en oktober 2011. Het gaat om in totaal 94 face-to-face-interviews door twee interviewers (een Franstalige en een Nederlandstalige).
Alle ngo’s die op 1 april 2011 door de DGD geaccrediteerd waren, werden gecontacteerd, in totaal 114 organisaties. Bijna 65% van hen is op onze uitnodiging ingegaan. Het pannel bestaat uit directeurs en algemeen secretarissen(CEO), human resource verantwoordelijken (HRM), coördinatoren van het luik Zuid en verantwoordelijken van projecten in het Zuiden (ResOps). Enkele personen beoefenen verschillende van deze functies tegelijk. De gemiddelde duur van de interviews was 55 minuten.
In detail…
Typisch voor kwalitatieve enquêtes ishet grote aantal open vragen, waarbij de ondervraagde niet hoeft te kiezen uit vastgelegde antwoorden. De grote waaier antwoorden werd later door de interviewersin een professionele software die enquêtesanalyseert ingevoerd. Op basis van die resultaten hebben de directeur van EchosCommunication (12 jaar terreinervaring) en één van de interviewers zich over de analyse gebogen.Tijdens de uitwerking werden bepaalde antwoorden opnieuwgecodeerd, dat wil zeggen geclasseerd in categorieën die elkaar uitsluiten. Daarbij moest 90% van de antwoorden aan een categorie toegekend kunnen worden. Naast puur beschrijvende categorieën (bijv.: agronomie en logistiek vallen in de categorie technisch ewetenschappen terwijl antropologie en psychologie binnen de menswetenschappen vallen), konden dankzij een theoretisch model nog meer hercoderingen gebeuren.Het gaat hier om het model PAEI van Ichak Adizes, dat vier cruciale functies onderscheidt binnen een organisatie: producent, administrator, ondernemer en integrator. Doel van deze nieuwe categorisering is, aan de ene kant, de verschillende interpretaties van de analyse te verhogen en aan de andere kant correlaties te vinden tussen variabelen.
Door de kwalitatieve aard van de enquête kan de subjectiviteit van de interviewers en de analisten mogelijk een invloed hebben op de gegevens. Om dit risico te beperken heeft een statistisch socioloog het volledige proces van het onderzoek gevolgd om de coherentie van de gegevens te garanderen en advies te geven over de beste manier van vragenstellen, coderen en hercoderen om zo de meest objectieve resultaten te behalen. Het is deze socioloog die uiteindelijk de statistische gegevens geformuleerd heeft. Bovendien werd elk stadium herhaaldelijk gecontroleerd. Aan het einde van de toewijzing in categorieën werd een vierde van de enquêtes opnieuw bekeken om te zien of de gebruikte woorden correct de ideeën van de geïnterviewde personen weergaven. Voor de hercodering werd elke categorisering twee weken na de eerste indeling opnieuw gedaan om te verzekeren dat het behaalde resultaat consistent zou zijn. Het hele proces werd met de nodige precisie en ernst doorlopen, met als enige doel in woorden en cijfers een trouw verslag te brengen van de verzamelde gegevens.
Algemene gegevens over de steekproef
Van de 74 ondervraagde ngo’s bevinden er zich 19 (26%) in Wallonië, 12 (16%) in Vlaanderen en 43 (58%) in het Brusselse Gewest. Op de vraag in welk domein de ngo actief is (meerdere antwoorden waren mogelijk), blijkt een grote meerderheid actief te zijn in ontwikkeling op lange termijn (85%). Op de tweede plaats komt ontwikkelingseducatie (67%). De kleine ngo’s (minder dan 10 werknemers) maken met 50 units (67%) de meerderheid uit van de steekproef, gevolgd door de grote (meer dan 25 werknemers) met 13 vertegenwoordigers (18%) en de middelgrote (tussen de 11 en 25 werknemers), die met 11 zijn (15 %). De meerderheid van de ngo’s beoefent zijn activiteit zowel in het Noorden als in het Zuiden (56%). 29% van hen opereren hoofdzakelijk in het Zuiden en de resterende 15 % vooral in het Noorden.
Het aantal geïnterviewde personen bestaat uit 50 CEO’s, 14 HRM-verantwoordelijken, 25 ResOps en 5 personen die een andere functie uitoefenen, een totaal van 94 respondenten. Ze hebben gemiddeld 15 jaar ervaring in de sector. De helft heeft één of meerdere ervaringen van lange duur in één of meerdere zuiderse landen. De gemiddelde duur van deze missies is 6 à 7 jaar.
De verhouding man-vrouw is lichtjes in het voordeel van de vrouw met 54% vrouwen tegenover 46% mannen, wat representatief is voor de sector.(1) Wat de leeftijd betreft, toont de steekproef een groter aandeel personen tussen 45 en 54 jaar (37%) dan het werkelijke aandeel van deze personen in het geheel van de sector (25%). Dat wordt verklaard door het feit dat de geïnterviewde personen verantwoordelijke functies uitoefenen in hun organisaties, wat dikwijls synoniem is voor een grotere anciënniteit.
Het aantal organisaties die hebben deelgenomen aan deze enquête en de kwaliteit van de respondenten maakt de steekproef representatief voor de sector.
11.11.11
AADC
AAPK
ACDA
ACTEC
ACTION DAMIEN
ADG
ADPM
AMIS DE GATAGARA
AQUADEV (2)
ARCB-CD
ASF (2)
ATOL
AUTRE TERRE (2)
CARAES
CDI BWAMANDA (2)
CETRI
CHAINE DE L’ESPOIR
CNCD
COMMISSION JUSTICE ET PAIX
COTA
CRB
CSA
CUNINA
DBA
DYNAMO INTERNATIONAL
ENFANCE TIERS MONDE
ENTRAIDE ET FRATERNITE (2)
FIAN
FONCABA
FONDS ANDRE RYCKMANS
FOS (3)
FRERES DES HOMMES
FUCID
GEOMOUN
GROENHART
GROUPE ONE
ILES DE PAIX (2)
INGENIEURS SANS FRONTIERES
LD (2)
LE CORON
LE MONDE SELON LES FEMMES
LHAC
Light for the world
MAX HAVELAAR (2)
MEKONG PLUS
MEMISA (3)
MIEL MAYA
MSF (2)
OBCE
OXFAM MM (2)
OXFAM WERELDWINKELS (2)
PHOS
QUINOA
RCN JUSTICE ET DEMOCRATIE
RODE KRUIS VL INTERNATIONAAL (2)
SCI
SENSORIAL HANDICAP COOPERATION
SFCG
SLCD
SOLIDARITE PROTESTANTE
SONGES
SOS LAYETTES
SOS VILLAGES D’ENFANTS
TEARFUND
UMUBANO
UNICEF
UNIVERS-SUD
Vétérinaires sans frontières (3)
VIA DON BOSCO
VIC
VOLENS
VREDESEILANDEN (3)
WERELDMEDIATHEEK
Het cijfer tussen haakjes wijst op het aantal respondenten dat in de ngo aan de enquête deelnam.